Thursday, March 20, 2008

Vervolg van de week....met vertraging

Hallo,

Dit is waarschijnlijk een van de laatste keren dat ik hier een blogje post, want over twee weken ben ik alweer terug in ons kouwe kikkerlandje. Het is voorbij gevlogen mag ik wel zeggen. Ik herinner mij nog goed de dag dat ik voor het eerst het ziekenhuis binnenwandelde en mij eventjes niet goed voelde toen ik al die zieke mensen hier op een miserabel hoopje bijeen zag liggen. Dat lijkt nu toch alweer eventjes geleden als ik er zo aan denk. Gek hoe snel een mens dingen gewoon wordt en zich aanpast aan zijn omgeving. Ik moet zeggen dat ik mij de laatste weken zodanig thuis ben beginnen voelen dat het vreemd zal zijn om weer echt thuis te zijn. Ik ga wel een aantal dingen missen. Eerst en vooral het lekker weer denk ik. En het rustige werktempo, hoewel dat ook zijn frustraties meebrengt. Oh, en de aandacht die we hier overal krijgen. En de vrijheid en mogelijkheid om, als je zin hebt, midden in de week uit te gaan en de volgende dag lekker niets te doen een hele dag. En het goedkoop op restaurant gaan… Maar goed, ik moet jullie nog vanalles vertellen over het tweede deel van onze trip. Ik was gestopt bij onze stop in Mbarara. Die avond waren we zo moe dat we na een heerlijk Indisch maal, recht naar ons bedje gegaan zijn. We eten hier heel vaak Indisch en zijn er helemaal verzot op geworden. Ik heb trouwens beloofd aan mijn reisgenootjes dat als we terug zijn, ik eens voor hen Indisch zou koken, in samenwerking met Qadeer en onze poetsvrouw Munisha J. De volgende dag hadden we afgesproken met de studenten geneeskunde om ons te komen oppikken en samen verder te reizen naar Ishaka, een dorp op de weg naar Queen Elisabeth National Park. Twee uur later dan voorzien werden we inderdaad meegenomen door een blauwe, ouderwetse schoolbus vol gierende geneeskunde-studenten, die natuurlijk helemaal in hun nopjes waren nu er drie muzungu’s meegingen. De tocht was best grappig, we kregen voortdurend papierpropjes over ons heen en briefjes met liefdesverklaringen. Ik voelde mij echt op schoolreis. Bij aankomst in Ishaka was het alweer een paar uur wachten op ons eten waarna we naar onze slaapplaats gebracht werden. Ik begon stilaan te vrezen dat het toch niet zo’n goed idee was geweest om met die mannen mee te komen, altijd dat wachten is op den duur erg vervelend, vooral omdat je geen enkel zicht hebt op hoe lang het wachten nog kan duren. Bon, geduld is een mooie deugd, dat heb ik hier wel geleerd. Die namiddag gingen we mee kijken naar de voetbalmatch Makerere University tegen Ishaka University. Ik was echter niet zo in een sociale stemming en had vooral zin om in mijn boekje te lezen, had een beetje last van heimwee plots. Ik had ook een beetje genoeg van die drukke studenten om ons heen en kreeg het op mijn heupen van hun ongeorganiseerdheid. Na de match warden we terug gebracht naar ons hotel om te douchen. Toen ook deze stop weer erg veel tijd nam, begon ik mij af te vragen hoe die mannen het voor mekaar gingen krijgen om de volgende dag en naar het park te rijden, en een safari-tocht te doen, en een boottocht, en daarna nog de 7 uur durende terugtocht naar Kampala te maken. Mijn vrees was niet ongegrond want toen ik de organisator van de trip vroeg hoe de planning precies was vertelde hij mij dat ze de game drive (dat is de safari) niet meer zouden doen enkel de boottocht want dat er geen tijd genoeg voor zou zijn. Lap, hadden we ons weer laten vangen door die mannen, weer konden ze hun afspraken niet nakomen. Toen heb ik mij echt kwaad gemaakt. Door die idioten zouden wij nu geen wilde beesten meer zien, want we hadden dat speciaal niet zelf gepland omdat we wisten dat we dat met hen zouden gaan doen, en nou was het te laat om nog zelf iets te plannen. Richard, de praeses, is zich dan uitgebreid bij mij komen verontschuldigen, en komen zeggen dat ik gelijk had, dat ze dit inderdaad op voorhand hadden kunnen weten en blablabla. Na een biertje was mijn initiele woede wat bekoeld, maar ik had wel schoon genoeg van heel de afrikaanse bedoening en had eventjes echt zin om thuis te zijn, bij mensen waar je tenminste op kan rekenen. Enfin, omdat we dus toch niet veel zouden doen de volgende dag hebben we dan maar goed gefeest die nacht in de plaatselijke club. Alcohol en dansen is toch de beste remedie voor verdriet.

De volgende ochtend na een erg korte nacht terug op de bus richting het park. De boottocht op een van de twee meren die het park telt, Lake George of Lake Albert, ik weet het niet meer precies, was wel erg leuk maar nogal kort. We zagen heel veel dikke nijlpaarden en ook enkele kleine krokodillen, die komen vanuit de nijl in deze meren terecht. Daarnaast zagen we ook nog enkele exemplaren van de 612 vogelsoorten die het park telt, mooie beesten maar vogels zeggen mij nooit veel om eerlijk te zijn. Oh ja, en langs de weg zagen we ook veel buffels en antilopes, de Ugandan kobs zoals die hier genoemd worden. Mijn boosheid de avond tevoor had blijkbaar toch wat indruk gemaakt op onze Richard en om het goed te maken zou hij ervoor zorgen dat wij nog een dagje langer in het park konden blijven zodat we de game drive toch nog zouden kunnen doen. Hij onderhandelde wat met een van de parkwachters en na een half uurtje was alles geregeld, verblijf, game drive, en vervoer terug, en dat alles voor een veel kleiner bedrag dan als we het via een reisorganisatie hadden moeten doen. Allez, ik moest dus al mijn kwade woorden terugnemen en was hem uiteindelijk heel dankbaar. Onze overnachting was wel nogal duur omdat we in het park moesten blijven maar dat namen we er dan maar bij. De rest van de namiddag namen we een kleine siesta in de zon. Toen ik met een half oog opkeek van mijn middagdutje stond daar ineens een zwijn voor mij. Precies Pumba uit de Lion King, echt exact. Rare beesten zijn dat, erg grappig om te zien met hun reusachtige kop en in verhouding belachelijk kleine pootjes. Die avond, toen de studenten alweer op terugtocht waren, genoten wij van een prachtige zonsondergang op een prachtig terras van een veel chicer hotel dan het onze. Dat doen we hier vaak, slapen in het goedkoopste hotel, maar eten in het duurste, eten kost dan toch nog steeds relatief weinig. Hier gaven we wel het meeste uit van onze hele reis, zo’n 15 euro per persoon, maar het was de moeite. Een heerlijk buffet met allerlei dingen die ik graag eet, ik was weer helemaal in mijn nopjes.

De volgende ochtend moesten we weer vroeg op voor onze game drive. Onze chauffeur was een erg vriendelijke vent die gelukkig goed zijn weg kende in het park en ook deftig Engels sprak. Het landschap hier is echt wat ik mij van een Afrikaans landschap voorstelde: uitgestrekte vlakten met hier en daar een struik of boom, wat plassen water en in de verte de bergen, heel mooi. En dan die dieren, wat een overweldigend gevoel dat die beesten hier gewoon echt leven. E kwamen al gauw een troep olifanten tegen die op ons afkwamen en de weg wilden oversteken, ideal dus om ze van heel dicht te kunnen zien. Die olifanten zijn echt zulke schattige lieve dieren, ze wachten eerst tot iedereen van de troep mee is en dan gaan ze samen over, de kleintjes veilig middenin, en voortdurend kijkt die moeder om, om te zien of de kleine mee is. Echt heel mooi om te zien. Later op de trip kwamen we aan de plaats waar de antilopes samenkomen om te eten, de ‘meeting spot’. Dat is de plaats waar dus ook de grootste kans is om leeuwen te zien. We waren er nog maar net of rechts van ons zaten twee leeuwinnen in het gras. Onze gids was zo mogelijk nog enthousiaster dan wij want je moet blijkbaar geluk hebben om er een te zien; in dat hoge gras zie je ze soms niet goed liggen. Dan deed onze gids iets wat eigenlijk niet mocht, hij ging van het pad af zodat we nog dichter bij de leeuwen waren. ‘Be quick, be quick’ zei die, en dat we onze camera bij de hand moesten houden en snel trekken, want de leeuw zette het op een lopen toen de auto op hem afkwam natuurlijk. Bleek dat het beestje mankte en ik voelde mij al direct erg schuldig dat wij hem hadden doen lopen. Enfin, we hadden ze wel goed gezien op die manier. Daarna kregen we ook nog een hyena te zien. Dat zijn ook rare beesten, die huppelen op zo’n gekke manier omdat hun achterpoten korter zijn dan hun voorpoten, en zien eruit alsof ze een foute combinatie zijn van een hond en een katachtige. We kwamen ook nog een zoutwaterplas tegen waar gewonde dieren in komen baden om hun wonden beter te doen helen. We gingen echter nog eens terug naar de plek waar de leeuwen zaten samen met drie andere auto’s, om hen te tonen waar ze waren. Onze chauffeur zo fier al seen gieter voorop. Deze keer gingen we ook weer van het pad af en tot ons groot plezier zagen we nu niet twee leeuwen maar drie en ook twee kleintjes. Immens schattig waren die jongen, en daarmee was onze game drive meer dan geslaagd. Die namiddag dan, was het tijd voor de terugtocht naar Kampala, alweer op een overvolle bus die veel te vaak stopte naar ons goesting. Tegen de avond waren we terug thuis.

Onze laatste drie weken zitten we dus niet meer in het Mulago zieknhuis, maar in Ndejje Health Center, net buiten Kampala. Een heel gezellig, groen dorpje, met als enigste nadeel dat het verschrikkelijk stoffig is. Toen we aankwamen zaten we onder een dikke laag rood-bruin stof, en ik had nog wel een witte rok aan. Dinsdag de eerste dag daar, werd ik op de materniteit gedropt. Heel de voormiddag lang eigenlijk voornamelijk gekletst met de studenten vroedkunde daar. We praatten over de verschillen tussen Europa en Afrika, over relaties en kinderen krijgen en het eten en vanalles. Heel raar vonden ze het dat ik tot na mijn studie zou wachten om aan kinderen te beginnen, en dat meer dan de helft van onze huwelijken eindigen in een scheiding. Het gaat er dan echt aantoe zoals we het zien in de westerse soaps, zei een van hen. Heel gezellig was het, en tussendoor zagen we eens een patient. Van Eva, die op een andere afdeling stond kreeg ik te horen dat onze stagemeester tegen haar had gezegd, dat we na de lunch best terug gingen naar Kampala zodat we zeker voor het donker thuis zouden zijn. Daar hadden wij geen probleem mee. Voorzichtig bracht ik het aan bij de hoofdverpleegster op de materniteit. Dat is prima hoor, zei ze, gaan jullie maar naar huis, want ‘s namiddags doen we hier meestal een dutje. Het was een erg warme dag dus dat leek mij ook wel wat. En de toon was alweer gezet. De volgende dag stond ik op de algemene consultaties, samen met een Canadees. De verantwoordelijke arts was naar een andere afdeling dus mochten we in ons eentje patienten zien en behandelen. Tja, dat moest dan maar. Ik was niet zo zeker van mijn stuk maar met ons tween lukte het wel. Ik ga het voorlopig hier bij laten want mijn achterste begint zeer te doen van het lange zitten op die harde stoelen hier. Tot binnenkort, veel groetjes,

Celine

PS Deze blog schreef ik meer dan een week geleden maar heb tot nu dus nog geen mogelijkheid gehad hem te posten. Internet is hier toch geen evidentie. Ik heb al heel wat nieuwe verhalen te vertellen maar heb nu helaas ook weer geen tijd om te schrijven. Hoop dat het er nog van komt voor ik terug ben. Joehoe, nog een goeie week en dan zie ik jullie allemaal terug! Zalig Pasen iedereen, wij genieten hier van een dubbel dik weekend. Daag

4 comments:

Marc Vanfraechem said...
This comment has been removed by the author.
Marc Vanfraechem said...

Wat een mooi verhaal beestje! En dat je voor vogels geen sympathie kunt opbrengen …ja, is dat nu erfelijk of toch meer nurture dan nature, ik weet het niet, maar ik kan het wel heel goed begrijpen (mussen en uilen uitgezonderd natuurlijk).
Het bewijst toch weer dat Gerard Cornelis van het Reve op mysterieuze wijze gelijk had met zijn onderscheid: "Hoofdzaak is dat wij zuiverheid betrachten op eigen lichaam en geest, eerbied tonen jegens de Natuur, en lief zijn jegens dieren en vogels, gekooid of in vrijheid, die net als wij, in angstige barensnood, wachten op verlossing."
En hij zei tegelijk nog iets over obstetrie ook ;-)
Maar Hugo Claus is gisteren gestorven, hij had om euthanasie gevraagd want hij had Alzheimer. Cool moet ik zeggen. Hij heeft blijkbaar nog vele vrienden ontvangen de laatste weken. Voor een Laatste Avondmaal mogen we vandaag verstaan.
Nu schieten alleen nog Odo en Johan over. Odo zie ik soms nog eens in de stad, al is dat weer een tijd geleden, maar Johan al jaren niet meer.
Dikke kussen beestje, en tot binnen heel kort nu.

Marc Vanfraechem said...

Ik heb het uit De Standaard, maar zij schrijven dat zijn laatste woord (altijd belangrijk bij schrijvers), en meer een commando dan een woord eigenlijk, was: Tètitatutè. Helemaal een Bruggeling aan het Eind.

Rilke said...

Hey Célinetje, inderdaad, nog een weekje en je bent terug in dit kikkerlandje! vandaag gaan fietsen en alle weersomstadigheden in één rit doorgemaakt: zon, regen, sneeuw en hagel!! Typisch Belgisch maart-weer zou ik zo zeggen.
Ik heb mijn mailtje maar uitgesteld aangezien je het toch waarschijnlijk niet open krijgt en euhm...ik moet ook nog iets te vertellen hebben als je terug bent he ;-)

Alvast een dikke zoen en laat zo snel mogelijk weten als je eens tijd hebt om af te spreken met (blonde) Lotte en ik he…(want zo t schijnt zullen we toch nog een weekje (!) moeten wachten).

Veel groetjes van Nando trouwens (we hebben bij hem thuis overnacht in Madrid dit weekend).Hij is nog steeds vrij BUF .

ZOEN