Tuesday, January 15, 2008

Ondertussen al een week verder

Hallo beste mensen,
Ik heb nog niet veel verder kunnen schrijven omdat, u raadt het al, het internet plat lag.
De eerste ochtend vertrokken we met een lege maag op zoek naar een telefoon om onze contactpersoon Susan te contacteren. We waren nogal verrast door de hitte en stonden waarschijnlijk erg onwennig en verdwaasd te kijken naar het drukke leven op straat. De straat waar onze wijk op uitkomt, Kira Road, is nl. een van de vele erg drukke banen waar voortdurend auto’s, matatu’s (taxi-minibusjes waar je met 14 personen in vervoerd word, en vaak met haken en ogen aan elkaar hangen), bodaboda’s (taxi-brommers), fietsers en voetgangers door elkaar rijden/lopen. We staken de straat over en werden al door de vele zwarten aangegaapt en aangesproken. Muzungu, muzungu, riepen ze, wat blanke betekent, en how are you?, met zo'n echt afrikaans accent. Op Kira Road zijn er allerlei kleurrijke kraampjes waar je zowat alles kan kopen van eten tot meubelen of steenkolen. We vroegen aan het eerste kraam waar we konden bellen. Gelukkig verstaan de meeste mensen hier Engels en ze verwees ons naar het kraam ernaast waar inderdaad tot onze grote verbazing zomaar uit het niets een telefoon stond. Toen we na veel proberen eindelijk Susan aan de lijn kregen stelde die voor meteen naar het ziekenhuis te komen voor een eerste kennismaking.
Wij vertrokken vol goede moed met de matatu naar het Mulago Hospital. Daar aangekomen voelden we aan dat we ons tempo naar omlaag moesten halen en dat we veel te snel erin wilden vliegen. De Afrikanen doen alles heeeel erg op ’t gemak: have a seat, how was your day today, vooral niets overhaasten is de boodschap. We kregen te horen dat we rond 8u30 ‘s ochtends zouden beginnen de dag erop.
Die namiddag maakten we kennis met de presis van de faculteit geneeskunde hier, Richard. Hij toonde ons de kantine waar we onze eerste afrikaanse maaltijd verorberden: fish and rice, voor iets meer dan een euro per persoon. Best te eten was het. Daarna gingen we dan ook met hem naar het winkelcentrum Garden City net buiten de stad. Dat was een beetje een tegenvaller want wij dachten dat hij ons de stad zou tonen maar bon, we moesten wel wat zaken kopen voor in onze flat dus dat kwam nog goed uit. Dat winkelcentrum was nogal vergelijkbaar met die van bij ons, en in de supermarkt hadden zowat alles wat wij ook hebben. Daarna bleef er niet veel tijd meer over om nog de stad in te trekken dus hebben we maar besloten gewoon thuis te blijven die avond en vroeg te gaan slapen om fris te zijn voor de stage de dag erop.

Mulago Hospital

Onze eerste dag in het ziekenhuis begon heel rustig. Je mag hier echt je geduld niet verliezen en niet zenuwachtig worden als je eens een half uurtje moet wachten op iemand. Susan bracht ons naar de dienst spoedgevallen waar we voorgesteld werden aan Dr. Musa, de arts van dienst. Daar was het wel een drukte van jewelste, de mensen staan aan te schuiven tot in de gangen en hebben meestal een hoop familieleden en een heel hebben en houden mee. Later begrepen we dat dat is omdat er hier geen verpleging is die de verzorging van de patient op zich neemt, enkel wat zusters ( in hilarische pakjes met opgespelde mini-hoedjes) die op de spoed de IV-lijnen steken en medicatie toedienen, als die er is. De patienten moeten dus zelf voor hun eten en drinken zorgen, hun beddengoed meebrengen, hun medicatie gaan halen, zich wassen etc. In de meeste gevallen is er dus iemand van de familie die mee op de dienst verblijft, op de vloer dan. Er zijn echter ook de sukkelaars die geen familielid meehebben en die dus ook geen eten of drinken hebben en in hun pis en kak blijven liggen als het ware.
Het was dus wel even oogjes opentrekken toen we daar toekwamen. Maar veel tijd voor verwondering en verschrikking was er niet want we werden meteen ingeschakeld in het werk. Dat ging zo: wij zien een patient (als die Engels kan), maken wat aantekeningen en bespreken die dan met Dr. Musa.
De mensen die daar op spoed binnenkomen zijn er meestal echt heel erg aan toe. Ofwel hebben ze AIDS en TBC en zijn ze op hun laatste beentjes aan het lopen, ofwel zijn ze half comateus met hoge koorts door malaria of meningitis, of ze hebben een of andere ernstige ziekte of een gezwel waar ze al jaren mee rondlopen omdat ze geen geld hebben om naar de dokter te gaan. Heel anders dus dan in Belgie waar ze meestal komen met wat vage hoofdpijn klachten of tandpijn. Ook de manier van werken is heel anders. Anamnese en klinisch onderzoek duren hier slechts enkele minuten en er wordt meteen een werkhypothese gesteld en een behandeling voorgesteld. Meestal is er geen geld voor verder onderzoek dus de werkelijke diagnose wordt in de meeste gevallen ook nooit achterhaald. De patient moet hier nl. zelf elk onderzoek dat gevraagd wordt meteen betalen en dat is dus meestal out of the question. Men doet het hier dus nogal met de natte vinger, trial and error. Koorts, buikpijn en overgeven...hup behandelen voor malaria. Hoest en pijn op de borts...hup TBC. Nekstijfheid...meningitis. Je hoeft hier dus ook maar enkele behandelingen te kennen, en die zijn dan nog heel verschillend van de guidelines die wij hanteren in Belgie. Meestal zijn er ook slechts enkele medicijnen voorradig dus het hangt ook hiervan af wat er voorgeschreven wordt. Is het ene antibioticum er niet, wel ja, dan maar het andere. Je moet hier echt roeien met de riemen die je hebt.
Die eerste dag was erg vermoeiend. Er komen voortdurend nieuwe mensen, je verstaat ze maar half en van de behandeling die ze krijgen snap je al helemaal niets. De werkdagen duren hier gelukkig maar tot +- 13uur dus dat valt wel mee.

Vrije tijd

De rest van de dag hebben we dus vrij en kunnen we genieten van de heerlijke zon die hier elke dag schijnt. Behalve vandaag dan. Gisteravond begin het plots heel hevig te onweren.
De voorbije dagen hebben we dan ook niet veel meer gedaan dan luieren, lezen en babbelen over de soms absurde situaties die we tegenkomen in het ziekenhuis.
Het eten hier is niet slecht maar wel erg eentonig. Op het menu staat rijst, poosho, een soort koek van maismeel, matooko, warme brij van smaakloze bananen, bonen, maniok, zoete aardappel, frieten, vis, kip of lever. Meestal krijg je een combinatie hiervan. Iets anders is er niet, of toch nog niet tegengekomen. Het is allemaal niet slecht maar erg zwaar, echt krachtvoer. Gelukkig zijn er ook veel Indische en Chinese restaurants waar er wel wat anders geserveerd wordt. Ik mis echter de verse groentjes wel erg, altijd platgekookte bonen en af en toe een tomaat is toch wat beperkt.
Na onze eerste stagedag gingen we de stad in. Met de matatu alweder, dat is hier de manier van verplaatsen. We werden gedropt in het centrum dat krioelt van de negerkes en allemaal overvolle kraampjes naast elkaar. Het geeft een nogal drukke en rommelige indruk en in die hitte was het nogal overweldigend allemaal. Ik moet wel zeggen dat de mensen u hier nogal met rust laten. Ze spreken u wel aan maar als je niet reageert laten ze het zo. Heel anders dan in Noord-Afrika waar je geen stap kan zetten of je hebt een leurder aan je been. Dat is hier echt heel aangenaam. In tegendeel, ze zijn hier zeer behulpzaam zonder daarvoor iets in de plaats te willen heb ik de indruk. Ik hoorde ook van een meisje dat we tegenkwamen in een bar dat ze de blanken hier graag zien. Het staat erg chic als je een blanke vriend hebt, schijnt het.
De vrijdagavond besloten we eens het nachtleven te verkennen in Kampala. We kwamen in een bar terecht die ons aangeraden werd door een Brugse vriend van Rebecca die hier in Kampala woont. Er was leuke muziek, R&B en wat afrikaanse nummers ertussen. Het bier kost hier 1 euro voor een halve liter dus dat viel ook goed mee. En wat later op de avond waagden we ons op de dansvloer waar ik dan ook niet meer vanaf gekomen ben tot we naar huis gingen, Rebecca en Eva hielden het dansen al gauw voor bekeken. Al snel werd ik aangesproken door een zwarte: I like the way you move your waist, zei die, en zijn vriendin kon er niet vanover dat ik kon dansen, een muzungu zijnde. Voor de rest bleef het bij een paar gapende blikken en enkele mannen die hun glas naar mij opheven als goedkeuring, (denk ik toch). Enfin, het was een geslaagde avond en een geruststelling dat je hier onder vrouwen rustig kunt uitgaan zonder lastig gevallen te worden.

Bon, ik ga het voorlopig hier bij houden. Het was erg lang ik weet het, maar ik dacht ik moet ervan profiteren dat het internet marcheert!
De volgende posts zullen korter zijn hoor, alhoewel in nog heel veel niet heb vertelt maar allez.
Hier zijn nog de blogs van mijn medereisgenootjes waar je ook de foto’s kan zien:
http://beckyuganda.blogspot.com
http://commentaar-eva.blogspot.com

Tot gauw,
Celine

3 comments:

Marc Vanfraechem said...

Prachtig! ik heb je bij mijn favorieten gezet natuurlijk!
Het blog van Eva kan ik niet openen, en waar dat aan ligt weet ik niet.

Mannie said...

Dag baby'tje
ben echt blij dat je 't zo naar je zin hebt. geniet maar met volle teuge van al de nieuwe ervaringen die zullen komen...en met dat weer zal ons witvleeskipje binnenkort een mooi glanzend bruin kippetje zijn...tot gauw zoetie...mis je veel xxx

kaysee said...

liefste beestie, ik ben blij met ieder woord van je blogje. schrijf veel dan kunnen we ons je leven in het verre afrika een beetje volgen. dikke dikke zoenen, mama