Tuesday, January 22, 2008

Week drie

Hello again,
Ondertussen zijn we hier ruim twee weken en alles begint zowat in zijn plooi te komen. We raken gewend aan het warme weer, we kijken niet meer op van het vele lawaai op straat en onze reukorganen worden niet meer zo geprikkeld door de uiteenlopende vaak minder aangename geuren die hier overal hangen. Ik voel me ook al wat zekerder als ik de straat oversteek, wat hier toch geen lachertje is omdat brommers vanuit elke onverwachte hoek plots op je af komen en ze hier, zoals in Engeland, langs de verkeerde kant van de baan rijden. In het ziekenhuis zijn we ondertussen al op drie afdelingen geweest. Vorige week stonden we op infectieziekten waar het echt een schrijnende situatie was. Elke dag stierf er wel een patient en ik denk dat niet veel mensen de dienst levend verlaten daar. We zouden oorspronkelijk twee weken daar blijven maar omdat het voor ons niet zo heel interssant was wilden we graag van dienst wisselen. Dat het niet zo nuttig is voor ons is omdat de dokters daar heel ongestructureerd te werk gaan. Ze doen hun zaalronde bijna elke dag met een andere arts waardoor ze telkens opnieuw hetzelfde verhaal moeten doen. Meestal is er geen geld voor verder onderzoek dus geven ze een behandeling en kijken of de patient verbetert of, wat meestal het geval is, verslechtert. Je zou denken dat ze dan in elk geval een uitgebreide anamnese en klinisch onderzoek zouden doen, maar dat gebeurt ook niet, of toch onvolledig en totaal zonder systematiek, dus het blijft meestal bij speculeren over de oorzaak van de klachten. Meestal zijn er een stuk of vier artsen samen aan het touren waarbij de oudste van de groep het woord neemt en zijn kennis, die al dan niet ter zake doet, tentoon spreidt, en waarbij de anderen instemmend knikken. Ik kan hen vaak ook niet verstaan omdat ze erg stil spreken en veel afkortingen gebruiken die wij niet kennen, dus ik heb vaak het gevoel dat ik er maar voor spek en bonen bij sta. Wel heb ik al een aantal interessante gevallen gezien zoals een tetanuspatient in volledige verkramping, wat bij ons nog zelden voorkomt. Hier is dat dagelijkse koek en het overkomt meestal de motorrijders, dus dat heeft ons overtuigd om nooit met die brommergatsen mee te rijden. Het is spijtig voor die jonge mannen maar ze kunnen hier weinig doen behalve de krampen wat onderdrukken en hen antilichamen geven. Intuberen doen ze hier niet want dan moeten ze naar intensieve zorgen en daar zijn maar vier bedden die ze liever vrijhouden voor andere gevallen, vraag mij niet waarom. Een andere reden waarom we niet zo enthousiast waren om op de dienst infectieziekten te blijven was omdat Eva een patient had met het vermoeden van Ebola-virus. Voor de niet-medici, dat is dus een levensbedreigend virus dat koorts en wat aspecifieke klachten zoals hoofdpijn, spierpijn en dergelijke geeft en uiteindelijk aanleiding geeft tot bloedingen uit al de gaten van het lichaam met in 50 tot 90 percent van de gevallen de dood tot gevolg. Het wordt overgedragen door lichamelijk contact en via de lichaamsvochten. Eva had dus een patient die langs alle kanten bloedde, ze was er gelukkig niet aangekomen. Bij ons zou een dergelijk vermoeden meteen aanleiding geven tot grote paniek en zouden in ieder geval alle maatregelen getroffen worden om verdere verspreiding tegen te gaan. Hier werd er eerst een half uur gedebateerd of ze de patient al dan niet zouden isoleren. Omdat hij niet uit zijn tandvlees bloedde (wat een argument is tegen Ebola) vond de supervisor het uiteindelijk niet nodig hem te isoleren en dus bleef die patient dan maar liggen. Sterker nog, omdat hij bijna dood was werd hij op de gang gelegd (dat doen ze hier met de stervenden, om ze uit het zicht te leggen van de andere patienten), zodat iedereen hem moest passeren. Als je tijdens de zaalronde plots een hels gekrijs en dramatisch geroep hoort vanuit de gang, weet je dat er weer een de geest gegeven heeft. Allez, het is te gek voor woorden wat wij hier allemaal zien. Momenteel sta ik op de dienst endocrinologie waar er, zoals bij ons, vooral diabetespatienten liggen. Alleen is hier geen verpleging die op regelmatige tijdstippen het suiker meet maar doet de arts dit zelf als het hem uitkomt. Dat leidt er uiteraard toe dat de mensen totaal ontregeld zijn en het glycemie-toestel vaak een onmeetbaar hoge waarde aangeeft. Ik heb ook al een paar afschuwelijk vieze voorbeelden gezien van diabetische voeten, waarbij de etter er uit spuit. De internisten doen hier trouwens de operaties zelf want de chirurgen komen blijkbaar niet graag. In de namiddag worden dus de dode stukken vlees weggesneden, zonder verdoving weliswaar, want de patienten voelen dat zogezegd toch niet door de zenuwschade die ze hebben opgelopen door hun suiker. Ik hoop voor hen in dit geval dat dit waar is. Het is dus wel erg spectaculair allemaal in het ziekenhuis maar echt leerrijk is het niet, medisch gesproken dan.

Wat onze vrije tijd betreft hebben we al heel wat gedaan ondertussen. Het eerste weekend, na ons nachtje stappen, zijn we naar een poepchic resort getrokken net buiten de stad. Dat ligt aan het meer en heeft een prachtig zwembad, waar wij, zoals het hoort voor Belgen, via een achterdeurtje gratis binnen geraakt zijn. We hebben daar de hele dag de muzungu uitgehangen en genoten van de zon en de bediening aan het zwembad. Het voorbije weekend zijn we iets actiever geweest en hebben we de weinige culturele bezienswaardigheden die Kampala te bieden heeft gaan bezoeken. Dat waren de Kasubi Tombs, de graftombe en vroegere woonst van de koning van Buganda, wat eigenlijk niet meer was dan een hut waarin een aantal speren tentoongesteld werden en een opgezette luipaard, die de koning ooit als huisdier had gehouden en die volgens de legende enkel naar hem wou luisteren en na zijn dood wild en agressief geworden is waardoor ze gedwongen waren hem af te maken en te balsemen. Helaas kan je het graf zelf niet zien want dat deel is niet toegankelijk voor niet-adelijken. Wat wel nog intrigerend was vond ik, is dat de afstammelingen van de vrouwen van de voormalige koning ( hij had er 84 ) nog steeds 1 maand per jaar, afwisselend, in de vertrekken van de tombe komen wonen. Die zag je daar dus rondlopen in hun kleurrijke gewaden. Verder hebben we een wandeling gemaakt naar de kathedraal van Namirembe, waar we bezweet en door de zon verbrand toekwamen. Daar was net een trouwdienst bezig dus we konden niet naar binnen, maar het kleurrijke volk dat er rondliep, en de als suikerpopjes uitgedoste kindertjes, maakten dat ruimschoots goed. De zondag dan gingen we naar Jinja, de tweede grootste stad van Uganda waar de oorsprong van de Nijl ligt en waar ook een aantal watervallen te bezichtigen zijn. Dat was wel de moeite, hoewel het redelijk wat voeten in de aarde had gehad om er te geraken en we dubbel de prijs betaald hebben voor ons vervoer en uitgelachen werden door heel de bus. Mijn humeur was dus tijdelijk wat vertoord, maar het deed zodanig deugd om eens uit de drukte en de uitlaatgassen van Kampala te zijn dat dit snel vergeten was. De natuur is hier echt fenomenaal mooi, de planten en bomen zijn hier zo groen en stevig en je ziet overal reusachtige vogels en kleurrijke vlinders. Na het bewonderen van de watervallen, die ik om eerlijk te zijn niet zo geweldig vond maar goed, wilden we een wandeling maken. Deze plaats is echter nogal toeristisch omdat veel kicksporters hier komen raften. Wij waren daar niet zo happig op, wat veel te maken heeft met het feit dat we gezien hebben hoe de ziekenhuizen er hier uitzien. Ik wil hier echt niet ziek worden, laat staan een bloedtransfusie nodig hebben ofzo. Enfin, wij dus op pad, alleen, want we hadden geen zin om een gids te betalen om ons dan te zeggen wanneer we foto’s moesten nemen, zoals het geval was geweest in de tombe. Al snel werd ons duidelijk dat dit misschien toch niet zo’n goed idee was want we werden overspoeld door kindertjes die kwamen aangerend vanuit hun hutjes, ons omsingelden en onze handen wilden pakken en met ons mee wilden. Erg schattig waren ze wel die kleine bolletjes met hun gescheurde vieze kleertjes en hun schaterlachjes. Maar we voelden ons toch niet zo op ons gemak en ik had de neiging mijn hand op mijn tas te houden zodat ze er toch zeker niet mee weg zouden zijn. Ze toonden ons de verschillende groenten die ze daar kweekten, die woorden kenden ze in het Engels: tomaat, koffiebonen, cassava, mais…Het was dus wel duidelijk dat ze het gewend waren daar toeristen over vloer te krijgen en ze waren vast veel sluwer dan hun lieve snoetjes te kennen gaven. Op het eind gaven we de oudste van de bende een centje en keerden we maar gauw terug. Het was een uur of vijf en er was geen matatu die richting Jinja reed, je kon enkel met de bodaboda’s. We hadden ons echter voorgenomen daar nier mee meet e gaan en wisten dus niet goed wat et e doen. Toen reed een minibusje voorbij, dat er uitzag als een matatu en ik deed hem stoppen. Er zaten vijf gesluierde vrouwen in van Oosterse afkomst met aan het stuur een neger die ons zei dat hij ons wel zou afzetten op de weg naar Jinja. De vrouwen bleken van Turkse origine te zijn en heel erg vriendelijk en geinteresseerd. Bleek dat zij eigenlijk ook op weg waren naar Kampala en we mochten mee tot daar, dus dat was een meevaller. De vrouwen stelden ons allerlei vragen over wat we hier kwamen doen, waar we vandaan waren en of we Turkije kenden. Ik moest helaas toegeven dat ik al in Istanbul geweest was en dat het mij niet zo goed bevallen was zoals enkel onder u wel zullen weten, omdat Bruno en ik daar nogal last hadden van het racisme. Ze beaamde dit inderdaad en namen het gelukkig niet persoonlijk. Als positief element zei ik dan dat ik erg van de Turkse keuken hield ( niet geheel zonder bijbedoelingen) en tot mijn grote vreugde nodigde ze ons prompt uit om eens bij hen te komen eten. Deze vrouwen hielden daar blijkbaar een schooltje open voor afrikaanse kindertjes van allerlei soort, kleur en religie. Best een nobel initiatief leek ons maar we konden niet goed achterhalen waarom ze precies naar Uganda gekomen waren. Ach ja, ik hoop alleen dat we inderdaad eens mogen komen eten, dat zou een welkome afwisseling zijn van het afrikaanse voedsel. We werden gedropt aan een Italiaans restaurant waar Rebecca al lovend over had gesproken maar dat wat uit de richting lag. Ideaal moment dus om ons eens lekker te verwennen met bekend, Europees
voedsel. Spaghetti carbonara heeft nog nooit zo goed gesmaakt en het ijsje proefde werkelijk italiaans, en ik ben nochthans wat gewend op dat vlak.
Zo en dan zijn we ongeveer aangekomen op vandaag. Ik hoop dat de reis zich op dezelfde aangename manier voortzet als ze bezig is. Volgend weekend gaan we een paar eilandjes op het Victoria meer bezoeken, dat schijnt paradijselijk te zijn. Ik kijk er al naar uit. En tenslotte moet ik nog vermelden dat we het heel goed doen met ons drietjes vind ik, nog geen echte spanningen gehad, op een klein incident rond het betalen van de wasvrouw na, maar dat verhaal doe ik wel een andere keer. Tot de volgende,
Celine

6 comments:

Unknown said...

Dag liefste kleine beestje,
Je blog is héél leuk om lezen!
Ik heb hem naar een heleboel mensen doorgestuurd en je hebt de complimenten en groetjes van velen onder hen (dat vertel ik je aan de telefoon nog uitgebreid; zelfs van de vrouwen in de fitness moet ik je trouwens de groeten doen, mijn eenzame en vele sporten werd opgemerkt:-), al waren enkelen teleur gesteld dat ze (nog) geen persoonlijke berichten van jou ontvingen. Nou ja, dat zijn zeurpieten want je hebt geen tijd natuurlijk om iedereen te zitten e-mailen en dit is een hele leuke manier om ons op de hoogte te houden (al heb ik gemakkelijk spreken want ik ben een gelukkige uitzondering die wél persoonlijke berichtjes ontvangt, maar ja, dat moet je verdienen hè!). Alles gaat best hier. Mijn goede voornemens al stevig aan het realiseren en elke avond wel iets om handen. Werkelijk iedereen zet zich in om aan Lotte-sitting te doen trouwens, waarvoor dank bij deze! Clémentje geniet een beetje extra aandacht en privileges van mij en die hoor je dus ook niet teveel klagen. Tot binnenkort mijn liefste zussie, x

kaysee said...

heerlijk lang bericht uit afrika, pipeloentje, maar ik heb nu geen tijd om alles te lezen. ik krijg daarentegen ook geen persoonlijke berichtjes..;-(( Afin, we zullen het met je blogje stellen, dat is al heel wat. Binnen een dikke week zal ik een beetje Lotte-sitting doen. Verder geen wereldschokkend nieuws uit Geneve. veel zoenen van mamp

Marc Vanfraechem said...

Maar ik krijg ook geen persoonlijke berichtjes hoor Kris, en ik vind dat evenmin erg, want dit verslag is gewoon prachtig!
Zo mooi om te lezen, beestje, zo opmerkzaam en gedetailleerd en uit de eerste hand. Je klinkt alsof je er niet eens bij hebt nagedacht (dat bedoel ik als groot compliment! wàt een verschil met wat ik gewoonlijk lees elke dag, beeld je dat lijden maar eens in).
En pas maar goed op, daar in dat ziekenhuis (al weet ik natuurlijk niet wat oppassen precies moet betekenen, maar dat weet jij wel).
Dikke kussen, en amuseer je goed, want het gaat snel weer voorbij!
XXX

Petrus said...

Celientje,
Ik blijf je met veel genoegdoening lezen en hoop dat je me mijn sporadische vragen (zuiver interesse in het continent van oorsprong) niet ten kwade zal duiden.
Leeft de Africa cup (Afrikaans voetbalkampioenschap voor landenteams en nu bezig) daar een beetje of zijn ze te teleurgesteld dat ze zelf niet meedoen? Zo het leeft, voor wie supporteren ze?
Petrus

Celine said...

@mami
Sorry mampje maar het is hier zo vaak zoooo traag om iets te kunnen sturen en ik heb ook geen zin om een hele middag achter de pc te zitten natuurlijk, maar dat snap je wel denk ik. Ik hoop dat het gezellig wordt als Lotte komt, maat dat zal wel lukken waarschijnlijk. dikke zoen

@papi
Dankjewel voor het compliment, ik denk er inderdaad niet echt bij na en het komt gewoon vanzelf, heb meestal ook geen tijd om het na te lezen dus er staan vast nog heel wat taal- en stijlfouten in. Ik probeer uw blog ook te volgen van hier! ook dikke zoen

@petrus
ja de kranten staan vol van het voetbal, voornamelijk Drogba valt mij op, maar dat kan aan mij gelegen zijn, is nl. de enige die ik ken. We zijn wel van plan eens naar een match te gaan kijken hier. Onder de mensen weet ik niet zo goed of het echt leeft, ik zie voornamelijk erg zieke mensen he, en die hebben natuurlijk andere dingen aan hun hoofd. Merci voor het compliment, is leuk om te horen dat je het graag leest. Ik zal mijn best blijven doen. tot gauw, xxx

kaysee said...

Wat een toestanden... 100 jaar ging het er in de USA ongeveer hetzelfde aan toe, lees maar hier http://www.ima.org.il/imaj/ar03ap-21.pdf een extract over de tweede helft van de 19e eeuw : ... "...long before the advent of antibiotics, simple public health
measures such as isolation of infected patients, good nutrition
and improved ventilation of buildings would begin to have a slow
but sure effect on death rates, which began to fall slightly between
1850 and 1900 [7]. However, there was as yet no specific treatment
for these conditions. There were few truly useful drugs. Digitalis was
available for heart failure, quinine for malaria, mercury for syphilis
and ringworm, amyl nitrate for angina pectoris, colchicum for gout,
and morphine for pain [8]. This therapeutic vacuum was filled with
myriad folk and quack remedies, most of which were useless or
actually harmful. "...

Blijkbaar zijn ze in Kampala nog niet toe aan goede verluchting van de lokalen en isolatie van de patienten ! tot later mijn moedige fluppie