Monday, February 11, 2008

Sipi Falls

Dit weekend was echt een relaxed en leuk weekendje. Vrijdag vertrokken we, Eva, Rebecca, Sibo, Britt en ik, naar de Sipi Falls. De trip startte echter in mieur want het was aan’t gieten van de regen. De straten waren veranderd in rivieren en tegen dat ons medisch trio bij het hotel aankwamen waar B&S logeerden waren we doorweekt. Enfin, gelukkig vonden we vrij snel een matatu die naar Mbale reed, en direct. Dat rechtstreeks is hier met een korrel zout te nemen want we stopten toch wel om de paar kilometer om iemand op te pikken of af te zetten. Ik had het ongeluk niet achteraan te zitten waar je veel plaats hebt omdat je maar met de toegstane drie personen op een rij zit, maar vooraan waar ze meestal nog 1 of 2 extra personen bijproppen zodat de zes uur durende reis niet zo heel aangenaam was. Komt daar nog bij dat de mensen hier vaak een nogal doordringende lijfgeur hebben, en ik ben anders niet vies van negers, maar dat kan er toch wat teveel aan zijn. Zeker als ze dan ook nog een zak vol vis bijhebben is de geur soms niet te harden. In Mbale moesten we overstappen op een ander busje dat ons naar onze verblijfplaats in Sipi zou brengen, die zeer toepasselijk Crow’s nest heette en gelegen was aan de voet van de Mount Elgon, u weet wel, die berg waar vorige week een Belgische toeriste is neergeschoten. We dachten dat dat nieuws niet tot bij jullie zou gekomen zijn, maar blijkbaar wel. Nu, wij hebben niets van onrust of iets dergelijks ondervonden hoor, het was daar heel vredig. Eenmaal aangekomen in onze lodge waren we uitgehongerd, voelden we ons smerig en moe. Ons eten bestelden we dan ook meteen, maar voor binnen een uurtje zodat we eerst konden uitpakken en opfrissen. Dat was natuurlijk dwaas van ons, want we waren vergeten dat hier andere tijdseenheden gelden dan in Europa, een Afrikaans uur is gemakkelijk dubbel tot driedubbel zo lang. Totaal hypoglycemisch waren we dan ook toen ons eten eindelijk arriveerde, maar gelukkig waren de porties ook van Afrikaanse grootte, de mensen scheppen hier hun borden torenhoog vol, daar kan zelfs Bruno nog wat van leren. Die avond zijn we vroeg in onze bedjes gekropen want de volgende ochtend moesten we om 7 uur (!) paraat zijn voor onze wandeling langs de watervallen. Ook nu hadden we ons weer laten vangen en stonden we daar om 5 voor 7 te trappelen in onze wandeloutfit. Het was uiteindelijk iets voor 8 toen we vertrokken, maar dat viel best mee vonden we, je leert hier wel geduldig te zijn. De tocht begon met bergaf en dat was dus het makkelijke stuk, hoewel soms toch ook al lastig vond ik, maar goed, mijn conditie is niet optimaal. Al van bij het begin kan je in de verte de eerste waterval zien, die ook meteen de hoogste is van de drie, zo’n 100 meter om precies te zijn. Het schijnt wel dat het hier in het regenseizoen veel mooier is omdat alles dan groen is (ik vond het nu ook al behoorlijk groen anders) en de waterval vijf keer zo breed is dan. Nu was het inderdaad maar een smal stroompje, maar toch de moeite hoor. De natuur daar bestond voornamelijk uit bananenbomen, van het zoete zowel als het matooke-type. Die twee kan je uit elkaar houden doordat de ene zwarte vlekken heeft op de stam en er een verschil is in de grootte van de bloem op het eind van de steel waaraan de bananen vastzitten. Die bananenbomen zie je hier trouwens overal in Uganda, het is dan ook een van de belangrijkste exportproducten van het land, tezamen met koffie en suikerriet. Het triestige is dat de mensen van hier zich zelf geen koffie kunnen veroorloven ondanks dat hun tuin er vol van staat bij wijze van spreken. Dit terzijde. Na de eerste waterval van van onderen bewonderd te hebben begon de klimtocht. Hoewel onze gids een voor hem waarschijnlijk tergend traag tempo aanhield droop het zweet na enkele ogenblikken toch al van mij af en moest ik erop letten dat mijn ademhaling niet te snel ging. We begrepen dat het inderdaad een goed idee was om zo vroeg in de ochtend te gaan want anders zou de zon ons de das om gedaan hebben in combinatie met die inspanning. De tweede en derde waterval waren mooier dan de eerste vonden we, en de wandeling werd er minder zwaar op naar het eind toe. Tegen de middag kwamen we terug aan in onze lodge, waar ik voor het eerst deze reis een warme douche nam! Dat was echt zalig en de pannenkoek die we daarna nuttigden smaakte ook overheerlijk, hoewel die qua smaak meer weghad van een mastel dan van een pannenkoek zoals wij die kennen. Voor zij die, zoals mijn twee collegae, van het andere deel van Vlaanderen komen, een mastel is een een koek met de consistentie van een sandwich maar met de smaak van kaneel. Tot mijn grote verbazing had Britt voor haar schoolcarriere aan de Voskenslaan nog nooit mastellen gegeten, wat toch eigenaardig is voor iemand die zich een echte gentenaar noemt, en vind ze die op de koop toe ook niet lekker. Ik zei haar dan ook (om haar te pesten natuurlijk) dat ik dat Gentse toch wat in twijfel trok (ze woonde tenslotte aan de andere kant van de Albertbrug) en dat ze dan waarschijnlijk nog nooit goeie mastellen gegeten had want wie kan dat nu niet lekker vinden. Eens terug in Belgie zouden we dan samen een goeie mastel van bij Bloch eten spraken we af. Helaas kreeg ik, heel toevallig, die middag het intrieste nieuws te horen dat de enige goeie bakker van Gent zijn deuren sluit uitgerekend op de dag dat ik thuis kom. Ik moet zeggen dat ik daar toch efkes van van mijn melk was, om het met een gepaste uitdrukking te zeggen. Heb die middag dan ook met pijn in het hart gedacht aan dillebrood, boule met confituur, noten-chocoladecake, stukjes paradijs, scones, marsepeinen worsten, en al die andere ontelbare heerlijkheden die ik nu nooit van mijn leven meer zou eten. Wat een opdoffer voor een anders zo fijn weekend. Nu ja, na drie maanden sponsbrood gegeten te hebben, zal eender welk brood van bij ons toch wel smaken denk ik. Maar genoeg daarover. De rest van het weekend heb ik eigenlijk niet veel meer gedaan dan lezen in mijn boek van ‘de laatste koning van Schotland’ dat, voor zij die de film niet gezien hebben, gaat over een arts in Uganda ten tijde van Idi Amin, erg toepasselijk dus. De film is eigenlijk even goed als het boek vind ik, maar het is wel leuk om te lezen als je hier bent.
De terugtocht duurde ietsje minder lang dan de heenreis en was deze keer wel quasi direct. We hadden ons, met de heenreis in gedachte, op de achterste rij geplaceerd. Helaas bleek dat deze keer niet zo’n goed idée want onder Eva haar zeteltje zaten twee levende kippen (of hanen eigenlijk) met hun poten aan elkaar vastgebonden, die af en toe een kreet slaakten, in Eva haar kuit pikten, en met hun vleugels flapperden in een poging zich uit hun ongemakkelijke situatie te bevrijden. Ik dacht meteen aan mijn zus die hier niet graag getuige van zou zijn geweest. Je ziet hier trouwens vaak fietsers met een stuk of twintig kiekens aan het bagagerek gebonden, levend. Allez, bij ons gaat het er vermoedelijk niet diervriendelijker aantoe, maar dat zien we ten minste niet in het straatbeeld. Terug in Kampala aangekomen zijn we naar Café Pap getrokken, een westers aandoend café/restaurant, waar veel muzungu’s even komen ontsnappen aan de altijd-dezelfde- Ugandese kost, en waar er goeie koffie te krijgen is. Na het eten gingen we naar het café ernaast waar we op groot scherm de finale van de Africa cup volgden. Tot onze grote spijt verloor Kameroen door een stomme goal van de Egytenaren, of allez, een stomme fout van de Kameroenezen. Er was trouwens veel minder ambiance in de keet dan we verwacht hadden. Meteen na de match zijn we dan ook maar gaan slapen want zo’n busreis van vijf uur, over putten en hobbels, op een stoeltje waarvan de vering al jaren niet meer bestaande is, dat kruipt in je kleren. Vandaag stonden we opnieuw op de dienst gynaecologie, deze keer de consultaties. Niet veel bijzonders te melden daarover. Britt en Sibo hebben we achtergelaten in Mbale en zien we volgend weekend terug want dan gaan we naar de Ssese Islands, of we doen toch weer een poging. Zij gaan in tussentijd raften in Jinja. Meer nieuws dus volgende week waarschijnlijk. Hou jullie haaks en bedankt voor de mailtjes, fijn dat jullie mijn oproep gehoord hebben. Zoentjes,
Celine

4 comments:

Marc Vanfraechem said...

En het einde van de calamiteiten is niet in zicht: nu lees ik (in De Standaard zeg ik er bij) dat ook kaashandel Peeters, bij Gentenaars natuurlijk enkel gekend als De Neus, overweegt om er een streep onder te trekken!
Moeten wij nu vrezen dat Peeters enkel van de kousenhandel verder wil leven (zoals Vondel al deed)?

Lotte stelt voor om de straat op te gaan! Recent in sommige landen hebben wij inderdaad advocaten in betogingen kunnen zien. Ook in Gent zijn een soort van brood- en kaasrellen wellicht niet langer ondenkbaar.

Rilke said...

OOOh watervallen, zalige prachtwonderen van de natuur. En dan die warme douche... Dat moet deugd hebben gedaan!
Hier schijnt de zon doch is het nog eventjes wachten op wat groen in de overwegend grijze massa.
Kus

T. AN said...

Blij dat het kerstboek ter plekke gelezen wordt. Zijn de toestanden die erin voorkomen herkenbaar?
Ik lees je blog met veel plezier. Het verhaal over de vreemde reacties van de cinemabezoekers doet me denken aan het commentaar van een Nederlandse psychiater, die lang in Ethiopië gewerkt heeft. Op eeb bepaald ogenblik had hij voor zijn plaatselijke medewerkers een filmvertoning van een Nederlandse, in het Engels ondertitelde, film georganiseerd. Het was een dramatisch en aangrijpend verhaal over een man die kanker krijgt, zijn leven overschouwt en in vraag stelt. Tot verbazing van de psychiater lachten de Ethiopische toeschouwers zich te pletter bij de tragische lotgevallen van het hoofdpersonage...

T. AN said...

Voor wie meer wil weten over de film (en het boek) waar Célineinuganda het over heeft (Laatste koning van Schotland), hieronder het commentaar uit een gerenomeerde medische bron (British Medical Journal):

BMJ | 13 JANUARY 2007 | Volume 334

VIEWS & REVIEWS
review of the week
"When doctor meets dictator"
Where does a doctor’s responsibility as a civilian begin and his duty as a doctor end? Chloe Veltman is impressed by a film that grapples with this uncomfortable issue

When a homely, Scottish general practitioner toasts his son’s graduation from medical school, he little expects the heir to the family’s doctoring tradition to wind up administering care to sick children in a remote part of Uganda. And he certainly doesn’t expect him to become complicit in the local despot’s killing spree. But as soon as Nicholas Garrigan, The Last King of Scotland’s adventurous, young protagonist, arrives in Uganda to work as a physician, he finds that he is smack bang in the middle of a military coup.
It is this mixture of spirited gung ho and politi¬cal naiveté that makes Garrigan a dictator’s medical delight. As director Kevin Macdonald demonstrates in his taut screen adaptation of Giles Foden’s 1998 novel, the combination can be lethal in a doctor thrust into the limelight at a time of civic unrest.
When Garrigan (played by James McAvoy) first meets Ugandan autocrat Idi Amin (Forest Whitaker) the two instantly hit it off. Amin is as much impressed by Garrigan’s no nonsense approach to bandaging his sprained wrist as he is by the young man’s roots: as a fervent admirer of all things Scottish (the real life Amin even went as far as to bestow the title of “King of Scotland” upon himself) the presi¬dent sees in Garrigan the ideal confidante. Meanwhile, the doctor, susceptible to flattery and always on the lookout for an adventure, is easily won over by the affable African with the medal festooned chest. It isn’t long before Garrigan decides to abandon his posi¬tion as a medical relief worker at an impoverished village mission for the chance to live in luxury at the president’s residence in Kampala.
During a reign of terror between 1971 and 1979, Amin was responsible for more than 300 000 deaths. Although the film blends fact with a fictional premise (Garrigan, for one, is a made up character loosely based on a real life British soldier who became Amin’s closest adviser) its understanding of human psychol¬ogy rings devastatingly true. As such, The Last King of Scotland’s shock value owes more to Garrigan’s unwillingness to confront the fact that his patient is a bloodthirsty tyrant than any of the film’s depictions of Amin’s murderous stampedes.
For as long as he can, Garrigan clings to the tenets of the Hippocratic Oath, as if he believes it will somehow shield him from having to face a greater reality beyond that of his patient’s petty medical complaints. The havoc Amin wreaks on his country flickers only faintly at the borders of Garrigan’s conscience as he dutifully gets up in the middle of the night to deal with the president’s many hypochondriac episodes. Bombs explode and government officials mysteriously go missing, but Garrigan remains coolly professional, dispensing tough medical advice where necessary, but trying not to get politically involved.
Inevitably, Garrigan finds himself unable to untangle medical affairs from those of state. From the start of their relationship, Amin treats Garrigan as a close adviser, broadening his job description with a wide range of private and public responsibilities that include driving the president to the airport and selecting an architect to design a building for the upcoming Pan-African Congress. But Garrigan’s professional crisis is not all Amin’s fault. The doctor brings about his own downfall when his thrill seeking nature leads him into an adulterous tryst with one of the president’s wives.
It’s fascinating to see how the dictator and doctor share some of the same fundamental personality traits. The abuse of power isn’t just Amin’s; the grossly negli¬gent Garrigan could also be accused of the same thing. If it weren’t for the fact that McAvoy and Whitaker both imbue their characters with so much sympathy, we wouldn’t care about either man’s fate. But the film leaves us grappling with the uncomfortable issue of where a doctor’s responsibility as a civilian begins, and where his duty as a doctor ends.
Chloe Veltman is a freelance journalist, San Francisco chloe@chloeveltman.com
The Last King of Scotland
UK release date: 12 January 2007
On general US release
Rating: ****


100